De moaiste mearkes fan Grimm
Spesjaal bewurke foar bern
De mearkes fan de Bruorren Grimm hearre ta de moaiste en bekendste ferhalen fan de wrâld. Al twa ieuwen lang sprekke se jong en âld oan. Friestalig. Leeftijd: 4+
€ 5,50
Beschrijving
De mearkes fan de Bruorren Grimm hearre ta de moaiste en bekendste ferhalen fan de wrâld. Al twa ieuwen lang sprekke se jong en âld oan. 14 fan dizze klassike mearkes hat de oersetter justjes bewurke foar jongere bern.
Ynhâld
1. Toarnroaske
2. Hâns en Grytsje
3. Readkapke
4. Raaplokje
5. De kikkertskening
6. Broerke en suske
7. De wolf en de sân geitsjes
8. Kening Klysterburd
9. Oegemantsje
10. Sniewytsje en Roazerea
11. Bûntepels
12. De guozzefaam
13. De sân ravens
14. Frou Holle
Details
Imprint
BornmeerUitgever
Audiofrysk
Publicatiedatum
14 mei 2013
ISBN
9789460380792
Taal
Fries
Speelduur
2 uur 10 min 6 sec
Bestandsgrootte
141 MB
Formaat
mp3 download en geschikt voor de Luisterrijk app
Categorieën
Tags
Over de auteur
Anne Tjerk Popkema (1975) is geboren in Burgum en in 1994 verhuisd naar Groningen om te studeren. Na van verscheidene studies te hebben geproefd, is hij in 1998 beland bij de studie Fries aan de Rijksuniversiteit Groningen. In 2002 is hij afgestudeerd, met als specialisme middeleeuws Fries en taalgeschiedenis. Zijn eindscriptie werd bekroond met de scriptieprijs van de Fryske Akademy en vervolgens gepubliceerd.
Na zijn studie is Anne Tjerk twee jaar in dienst geweest van de Fryske Akademy te Leeuwarden, alwaar hij zich bezighield met het eerste boek dat in de Friese taal is gedrukt: de zogenoemde Oude Druk, uit 1484-1486. In 2004 is hij verhuisd naar Duitsland, om aan de Christian-Albrechts-Universität te Kiel het Altfriesisches Altfriesisches Handworterbuch van Dietrich Hofmann te voltooien; het woordenboek is in 2008 verschenen. Daarnaast heeft hij sinds 2002 wetenschappelijke artikelen geschreven over allerlei aspecten van het Oudfries, lexicografie en de geschiedenis van de Friese taal.
Al tijdens zijn wetenschappelijke werkzaamheden bracht Anne Tjerk Popkema vertalingen uit (bijv. Walter Benjamin, Ik pak myn bibleteek út (2004), en Elias Canetti, De Harksizzer). In dezelfde periode is hij ook al begonnen met zijn Friese vertaling van J.R.R. Tolkien’s The Hobbit, die in 2009 verscheen. Na zijn Kieler jaren heeft hij dan ook niet lang na hoeven denken om nog in 2008 Taalburo Popkema op te richten, teneinde zo van vertalen en ander ‘taalwerk’ zijn dagelijks beroep te maken. Tot september 2012 was hij bovendien docent Fries aan de opleiding Friese taal en cultuur van de Rijksuniversiteit Groningen.
Naast zijn taalwerk is Anne Tjerk adviseur voor het Fries voor het Oxford English Dictionary en het Deutsches Rechtswörterbuch. In 2007 werd hem de Laurence Urdang Euralex Award 2007 toegekend. In 2009 werd hij benoemd tot lid van de Fryske Akademy, wegens wetenschappelijke verdienste, en sinds 2010 is hij tevens Honorary Research Fellow van de Fryske Akademy. In 2012 ontving hij de Obe Postmapriis, de driejaarlijkse provinciale vertaalprijs, voor zijn vertaling van De Hobbit (2009).
Naast zijn dagelijks werk is hij o.a. bestuurslid van de Stifting Freonen Frysk Ynstitút Ryksuniversiteit Grins, van de Stifting Eigen Honk Bernlef en van het Nammekundich Wurkferbân fan de Fryske Akademy. Tevens is Anne Tjerk lid van de Oarkonderûnte van de Fryske Akademy.
Jakob Grimm (1785-1863) en Wilhelm Grimm (1786-1859) zijn de samenstellers van de beroemdste sprookjesverzameling ter wereld. De twee delen met Kinder- und Hausmärchen verschenen in respectievelijk 1812 en 1815. De broers, geboren in Hanau, studeerden beiden rechten maar profileerden zich vooral op taal- en letterkundig terrein. Ze publiceerden wetenschappelijke edities van bijvoorbeeld het Hildebrandslied en begonnen in 1852 met het Deutsches Wörterbuch, dat pas in 1960 postuum voltooid werd.
Onder invloed van de denkbeelden van de Romantiek gingen de broers op zoek naar de wortels van het Duits, naar de natuurlijke, onbedorven vormen van taal en literatuur. Bij oude mensen, familie, kennissen, vrienden en in herbergen verzamelden ze volksverhalen, sprookjes, sagen en legenden. Een belangrijke bron voor de sprookjes is Frau Viehmann geweest, een boerin uit Niederzwehrn, een dorp bij Kassel. De kern van de verhalen lieten de broers intact, maar ze noteerden ze in hun eigen stijl. Hoewel bedoeld als wetenschappelijke verzameling, hadden de sprookjes vanaf het begin veel succes bij kinderen. Vanwege de kritiek op het wrede en seksuele karakter van sommige sprookjes paste Wilhelm de tweede druk qua verteltrant sterk aan.
(Bron: Uitgeverij Lemniscaat)
Anne Tjerk Popkema (1975) is geboren in Burgum en in 1994 verhuisd naar Groningen om te studeren. Na van verscheidene studies te hebben geproefd, is hij in 1998 beland bij de studie Fries aan de Rijksuniversiteit Groningen. In 2002 is hij afgestudeerd, met als specialisme middeleeuws Fries en taalgeschiedenis. Zijn eindscriptie werd bekroond met de scriptieprijs van de Fryske Akademy en vervolgens gepubliceerd.
Na zijn studie is Anne Tjerk twee jaar in dienst geweest van de Fryske Akademy te Leeuwarden, alwaar hij zich bezighield met het eerste boek dat in de Friese taal is gedrukt: de zogenoemde Oude Druk, uit 1484-1486. In 2004 is hij verhuisd naar Duitsland, om aan de Christian-Albrechts-Universität te Kiel het Altfriesisches Altfriesisches Handworterbuch van Dietrich Hofmann te voltooien; het woordenboek is in 2008 verschenen. Daarnaast heeft hij sinds 2002 wetenschappelijke artikelen geschreven over allerlei aspecten van het Oudfries, lexicografie en de geschiedenis van de Friese taal.
Al tijdens zijn wetenschappelijke werkzaamheden bracht Anne Tjerk Popkema vertalingen uit (bijv. Walter Benjamin, Ik pak myn bibleteek út (2004), en Elias Canetti, De Harksizzer). In dezelfde periode is hij ook al begonnen met zijn Friese vertaling van J.R.R. Tolkien’s The Hobbit, die in 2009 verscheen. Na zijn Kieler jaren heeft hij dan ook niet lang na hoeven denken om nog in 2008 Taalburo Popkema op te richten, teneinde zo van vertalen en ander ‘taalwerk’ zijn dagelijks beroep te maken. Tot september 2012 was hij bovendien docent Fries aan de opleiding Friese taal en cultuur van de Rijksuniversiteit Groningen.
Naast zijn taalwerk is Anne Tjerk adviseur voor het Fries voor het Oxford English Dictionary en het Deutsches Rechtswörterbuch. In 2007 werd hem de Laurence Urdang Euralex Award 2007 toegekend. In 2009 werd hij benoemd tot lid van de Fryske Akademy, wegens wetenschappelijke verdienste, en sinds 2010 is hij tevens Honorary Research Fellow van de Fryske Akademy. In 2012 ontving hij de Obe Postmapriis, de driejaarlijkse provinciale vertaalprijs, voor zijn vertaling van De Hobbit (2009).
Naast zijn dagelijks werk is hij o.a. bestuurslid van de Stifting Freonen Frysk Ynstitút Ryksuniversiteit Grins, van de Stifting Eigen Honk Bernlef en van het Nammekundich Wurkferbân fan de Fryske Akademy. Tevens is Anne Tjerk lid van de Oarkonderûnte van de Fryske Akademy.
Jakob Grimm (1785-1863) en Wilhelm Grimm (1786-1859) zijn de samenstellers van de beroemdste sprookjesverzameling ter wereld. De twee delen met Kinder- und Hausmärchen verschenen in respectievelijk 1812 en 1815. De broers, geboren in Hanau, studeerden beiden rechten maar profileerden zich vooral op taal- en letterkundig terrein. Ze publiceerden wetenschappelijke edities van bijvoorbeeld het Hildebrandslied en begonnen in 1852 met het Deutsches Wörterbuch, dat pas in 1960 postuum voltooid werd.
Onder invloed van de denkbeelden van de Romantiek gingen de broers op zoek naar de wortels van het Duits, naar de natuurlijke, onbedorven vormen van taal en literatuur. Bij oude mensen, familie, kennissen, vrienden en in herbergen verzamelden ze volksverhalen, sprookjes, sagen en legenden. Een belangrijke bron voor de sprookjes is Frau Viehmann geweest, een boerin uit Niederzwehrn, een dorp bij Kassel. De kern van de verhalen lieten de broers intact, maar ze noteerden ze in hun eigen stijl. Hoewel bedoeld als wetenschappelijke verzameling, hadden de sprookjes vanaf het begin veel succes bij kinderen. Vanwege de kritiek op het wrede en seksuele karakter van sommige sprookjes paste Wilhelm de tweede druk qua verteltrant sterk aan.
(Bron: Uitgeverij Lemniscaat)