Over de auteur
Kester Maria Freriks werd op 24 oktober 1954 geboren in Djakarta, Indonesië, aan de Djalan Mangarai Selatan in de wijk Meester Cornelis. Zijn vader was als telegrafist verbonden aan de Indonesische luchtvaartmaatschappij Garuda. Op 31 december 1957 dienden alle Nederlanders de voormalige kolonie te verlaten.
Over dit gedwongen vertrek en de omzwervingen in Nederland schreef Kester Freriks in zijn debuut Grand Hotel Lembang. Hij bracht zijn jeugd door in Zandvoort en Groningen. In Almelo volgde hij de middelbare school. In 1974 vertrok hij naar Amsterdam om aan de Universiteit van Amsterdam Nederlandse Taal- en Letterkunde te studeren met als bijzondere richtingen Literatuur- en Theaterwetenschap. In deze jaren was hij als vertaler en acteur verbonden aan het Amsterdamse toneelgezelschap Handke/Weiss.
Hij debuteerde met verhalen in het Hollands Maanblad. In 1979 verscheen de verhalenbundel Grand Hotel Lembang. Als romanschrijver, dichter en essayist profileerde Kester Freriks zich in tijdschriften als De Revisor, De Gids, Tirade, Hollands Maandblad, Maatstaf, De Tweede Ronde, De Held, Fodor Maandblad, De Zingende Zaag en Bzzlletin. Hij was als gastredacteur verbonden aan het Amsterdams Studentenweekblad Propria Cures. Door Hans Warren in PCZ is hij de ‘laatste romanticus van de Nederlandse literatuur’ genoemd. Over de bekroonde roman Hölderlins toren (1981) oordeelt Arie Staal, verbonden aan de Eastern Michigan University, Michigan, USA dat Kester Freriks een schrijver is ´haunted by the past’.
Sinds 1981 is Kester Freriks verbonden aan NRC Handelsblad, waarvoor hij toneelrecensies, beschouwingen, reportages, natuurscènes en reisverhalen schrijft.
Toon aanbod