

Hutten en paleizen
Van de 'Maagdenburgse halve bollen en andere gedichten' via 'Fabeldieren' tot het meest recente 'Luchtspiegelingen': de beste, ontroerendste en mooiste gedichten van Gerrit Komrij door hem zelf voorgedragen.
€ 4,99
Beschrijving
De gedichten van Gerrit Komrij ademen altijd een weemoedige sfeer, vol besef van de dingen die voorbijgaan. Vaak ook drijft Komrij de spot met de wereld en haar bewoners, maar vooral met zichzelf. In de genadeloze humor en het grijnzend cynisme komt het plezier tot uitdrukking waarmee Komrij zijn poëzie schrijft.
De literaire duizendpoot Gerrit Komrij is bovenal dichter in hart en nieren, die leeft voor de dichtkunst. 'Poezie is geen tijdelijk onderdak, poezie is kost en inwoning', zoals hij zelf ooit opmerkte.
Met zijn virtuoze en klassieke stijl werkt hij sinds zijn debuur als dichter in 1968 aan een oeuvre waarin de verhouding tussen werkelijkheid en schijn op de spits wordt gedreven.
Speciaal voor dit luisterboek maakte Komrij een keuze uit vele honderden gedichten die hij schreef. Komrij horen is een feest voor zowel de geest als het oor.
Van de Maagdenburgse halve bollen en andere gedichten via Fabeldieren tot het meest recente Luchtspiegelingen: de beste, ontroerendste en mooiste gedichten van Gerrit Komrij zijn op dit luisterboek bijeengebracht.
Inhoud
Dodenpark
De dwaaltuin
Hoog op de gele wagen
De zwijgzaamheid
De stad
De sfinx
Het Komrij-wezen
Liefde
Twee koningskinderen
Begin
Souvenir
Nieuwsgierigheid
Schillen
Van de seconde die een eeuw wil zijn
Angst
Het onzichtbare labyrinth
Residu
De bruidegom
De straatjongen
Doorschijnendheid
Komrij's patentwekker
De taalsmid
Voltage
De dode jongen
Maskers
Duikvlucht
In dit ondermaanse
Wildebras
Hieronymus
Ars morendi
Lied van het geld
Prediker
Zonder muilkorf
Nirvana
Verliefd
Verstening
Biografie
De lelijke tijd
The Family of Man
Sonnet van de hoop
Alles blijft
Contragewicht
Een gedicht
Details
Imprint
De Bezige BijUitgever
Bezige Bij b.v., Uitgeverij De
Publicatiedatum
29 juli 2009
ISBN
9789403100005
Taal
Nederlands
Speelduur
0 uur 43 min 36 sec
Bestandsgrootte
40 MB
Formaat
mp3 download en geschikt voor de Luisterrijk app
Categorieën
Tags
Over de auteur
Gerrit Komrij (1944-2012) debuteerde in 1968 met de bundel Maagdenburgse halve bollen en andere gedichten, waarmee hij onmiddellijk opviel door de vormvastheid en de ongrijpbare humor. Typisch voor een Komrij-gedicht is de elektrisch geladen spanning, een gesloten circuit, om de titel van zijn dichtbundel uit 1982 nog eens aan te halen. Een gedicht is een wereld op zichzelf en moet door zichzelf weer vernietigd worden. 'Een vers moet rond zijn om niet te bestaan', dichtte hij: 'Een vers is ballast. Zorg dat het vergaat.' Op 26 januari 2000 werd hij gekozen tot Dichter des Vaderlands, een functie die hij vervulde tot zijn terugtrekking in 2004. Hij maakte bij die gelegenheid bekend dat hij De Poëzieclub en het bijbehorend tijdschrift Awater oprichtte. Zijn volledige poëzie werd in 2004 gebundeld in Alle gedichten tot gisteren, waarin ook een groot aantal nieuwe, ongebundelde gedichten werden opgenomen. Daarna verscheen de bundel Spaans benauwd (2005).
In 1980 publiceerde Komrij de autobiografische roman Verwoest Arcadië, gevolgd door de romans Over de bergen (1990), Dubbelster (1993), De klopgeest (2001) en Hercules (2004). Tot zijn verdere verhalende proza behoren onder meer De Pagode (1992), Een zakenlunch in Sintra (Portugese verhalen, 1996) en Demonen (autobiografische verhalen, 2003). Dit laatste boek werd genomineerd voor de Gouden Uil. Naast poëzie en verhalend proza publiceerde Komrij een groot aantal essays en beschouwingen over zulke zaken als poëzie, politiek en het menselijke temperament. In 2001 zag een uitgebreide, tweedelige keuze uit dat werk het licht in de door René Puthaar samengestelde en van een nawoord voorziene uitgave Inkt. Kapitale stukken. Voor zijn essayistische oeuvre kreeg Komrij in 1993 de P.C. Hooftprijs toegekend.
Sinds de verschijning van de eerste bloemlezing uit de Nederlandse poëzie in 1000-en-enige gedichten (1979) geldt Komrij als bloemlezer uit de Nederlandse en ook Afrikaanse poëzie bij uitstek. Meest recent verschenen Kakafonie. Encyclopedie van de stront (2006) en De Nederlandse kinderpoëzie in 1000 en enige gedichten (2007).
Prijzen die Komrij in zijn loopbaan heeft gekregen zijn onder meer De poëzieprijs van Amsterdam (1970), Busken Huet-prijs (1979), Herman Gorter-prijs (1982), P.C. Hooft-prijs (1993), Gouden Uil (1999) en nominaties voor de Gouden Uil in 2002 en 2004. In 2001 werd hij geëerd met een doctoraat honoris causa van de Universiteit van Leiden.
Gerrit Komrij (1944-2012) debuteerde in 1968 met de bundel Maagdenburgse halve bollen en andere gedichten, waarmee hij onmiddellijk opviel door de vormvastheid en de ongrijpbare humor. Typisch voor een Komrij-gedicht is de elektrisch geladen spanning, een gesloten circuit, om de titel van zijn dichtbundel uit 1982 nog eens aan te halen. Een gedicht is een wereld op zichzelf en moet door zichzelf weer vernietigd worden. 'Een vers moet rond zijn om niet te bestaan', dichtte hij: 'Een vers is ballast. Zorg dat het vergaat.' Op 26 januari 2000 werd hij gekozen tot Dichter des Vaderlands, een functie die hij vervulde tot zijn terugtrekking in 2004. Hij maakte bij die gelegenheid bekend dat hij De Poëzieclub en het bijbehorend tijdschrift Awater oprichtte. Zijn volledige poëzie werd in 2004 gebundeld in Alle gedichten tot gisteren, waarin ook een groot aantal nieuwe, ongebundelde gedichten werden opgenomen. Daarna verscheen de bundel Spaans benauwd (2005).
In 1980 publiceerde Komrij de autobiografische roman Verwoest Arcadië, gevolgd door de romans Over de bergen (1990), Dubbelster (1993), De klopgeest (2001) en Hercules (2004). Tot zijn verdere verhalende proza behoren onder meer De Pagode (1992), Een zakenlunch in Sintra (Portugese verhalen, 1996) en Demonen (autobiografische verhalen, 2003). Dit laatste boek werd genomineerd voor de Gouden Uil. Naast poëzie en verhalend proza publiceerde Komrij een groot aantal essays en beschouwingen over zulke zaken als poëzie, politiek en het menselijke temperament. In 2001 zag een uitgebreide, tweedelige keuze uit dat werk het licht in de door René Puthaar samengestelde en van een nawoord voorziene uitgave Inkt. Kapitale stukken. Voor zijn essayistische oeuvre kreeg Komrij in 1993 de P.C. Hooftprijs toegekend.
Sinds de verschijning van de eerste bloemlezing uit de Nederlandse poëzie in 1000-en-enige gedichten (1979) geldt Komrij als bloemlezer uit de Nederlandse en ook Afrikaanse poëzie bij uitstek. Meest recent verschenen Kakafonie. Encyclopedie van de stront (2006) en De Nederlandse kinderpoëzie in 1000 en enige gedichten (2007).
Prijzen die Komrij in zijn loopbaan heeft gekregen zijn onder meer De poëzieprijs van Amsterdam (1970), Busken Huet-prijs (1979), Herman Gorter-prijs (1982), P.C. Hooft-prijs (1993), Gouden Uil (1999) en nominaties voor de Gouden Uil in 2002 en 2004. In 2001 werd hij geëerd met een doctoraat honoris causa van de Universiteit van Leiden.