

De vijf Joodse feestrollen
Hooglied, Ruth, Klaagliederen, Prediker, Esther
De teksten 'Hooglied', 'Ruth', 'Klaagliederen', 'Prediker' en 'Esther' op meeslepende wijze voorgelezen door bekende acteurs en ingeleid door Rabbijn Menno ten Brink en dominee Carel ter Linden.
Auteurs
Menno ten Brink, Carel ter Linde
Sprekers
Tamar van den Dop, Lineke Rijxman, Jeroen Willems, Bert Luppes, Alejandra Theus, Jetty Mathurin, Menno ten Brink, Carel ter Linden
Speelduur
2 uur 52 min 37 sec
€ 19,95
Beschrijving
De vijf Joodse ‘feestrollen’, die ook in het christendom bekend zijn, spelen een belangrijke rol in het Jodendom en horen bij specifieke Joodse feestdagen.
Het Hooglied leest men tijdens Pesach (Pasen). Het verhaal over Ruth hoort bij Sjavoeot (het Wekenfeest) en Klaagliederen worden voorgelezen op de negende dag van de elfde maand. Dit is een tragische dag in de Joodse geschiedenis: zowel de eerste als de tweede Joodse tempel werden op deze dag verwoest. Prediker beluistert men op Soekot (het Loofhuttenfeest) en Esther wordt gelezen bij Poerim (het Lotenfeest).
In samenwerking met de NCRV en het Nederlands Bijbelgenootschap worden deze teksten op meeslepende wijze voorgelezen door bekende acteurs. Rabbijn Menno ten Brink en dominee Carel ter Linden zorgen voor een inleiding bij elke feestrol. Zo luistert u niet alleen naar deze prachtige, indrukwekkende eeuwenoude vertellingen, maar krijgt u ook uitleg over de achtergrond van deze teksten en de plek die zij in het Jodendom en het Christendom innemen.
Met muziekfragmenten uit Ya Shemcha, gecomponeerd door Louis Lewandowski (1821-1894), uitgevoerd op piano (Jo van Beusekom) en fluit (Mia Dreese).
Details
Imprint
LuisterWijsUitgever
ClusterEffect - LuisterEffect
Publicatiedatum
23 november 2011
ISBN
9789491224232
Taal
Nederlands
Speelduur
2 uur 52 min 37 sec
Bestandsgrootte
106 MB
Formaat
mp3 download en geschikt voor de Luisterrijk app
Categorieën
Over de auteur
Mr. Menno ten Brink (1958) is sinds 2003 rabbijn van de Liberaal Joodse Gemeente in Amsterdam. Ook is hij sinds mei 2009 rabbijn van de Liberaal Joodse Gemeente Twente.
Ten Brink studeerde in 1985 af als Meester in de Rechten, aan de Universiteit van Amsterdam. Eenmaal als jurist werkzaam, merkte rabbijn ten Brink, dat er weinig tijd meer over was voor het uitoefenen van zijn grootste hobby’s, zijn vele werk in de joodse gemeente, waaronder chazzanoet, jeugdwerk en het doceren.
De heer ten Brink werd vanuit die positie gevraagd om parttime chazzan te worden bij de Liberaal Joodse gemeente in Zürich. In een gesprek daarover ontmoette hij ook de toenmalige rector van het Leo Baeck College in Londen, Rabbijn prof. Dr. Jonathan Magonet. Uit dat gesprek, en vele gesprekken met zijn vrouw Riëtte, zijn ouders, vrienden en de rabbijnen in Nederland hakte hij de knoop door en ging –na een intensieve week van interviews in Londen- studeren. Hij startte in 1988 met zijn studie voor het rabbinaat.
Voor de heer Ten Brink was het doel van dit alles: rabbijn te worden en daarmee onder meer de naoorlogse Joodse gemeenschap op te bouwen en te versterken, Joden terug te brengen naar hun wortels en met de toekomstige generatie te werken.
Al tijdens zijn studie werd de heer Ten Brink aangesteld als eerste Liberaal Joodse Krijgsmachtrabbijn bij het Ministerie van Defensie, hij vervulde deze functie 12 ½ jaar. Dat viel goed samen met het onderwerp van zijn thesis: Devarim 20:1-9, The development of the text in the Books of the Maccabees, the Qumran War Scroll and the Rabbinic Literature, met onder meer een tekst over de “Mesjoe’ach Milchama”: de priester speciaal gezalfd om de militairen moed in te spreken. In 1993 ontving de heer Ten Brink zijn S’micha (rabbijnenwijding) aan het Leo Baeck College en een Master in Jewish Education.
Na een parttime aanstelling als rabbijn van Rotterdam en Amsterdam in 1993, naast het Krijgsmachtrabbinaat, werd rabbijn ten Brink de senior-rabbijn van de grootste gemeente in Nederland: Amsterdam, eind 2003.
Rabbijn ten Brink is naast zijn werk voor de Joodse gemeenschap ook actief in interreligieuze dialogen. In Amsterdam was hij medeoprichter van het Joods-Marrokaans Netwerk Amsterdam en richtte hij de Commissie Dialoog op van de LJG Amsterdam. Daarnaast is hij adviseur vanuit de joodse gemeenschap in de Adviesgroep “Kerk en Samenleving” voor de Katholieke Raad van Israel. De heer Ten Brink is verder lid van de Raad van Toezicht van de Anne Frank Stichting en bestuurslid van het Bijbels Museum in Amsterdam. Voorts vervult rabbijn ten Brink de rol van studentenbegeleider in de rabbijnenopleiding van het Levisson Instituut, is hij verbonden aan de Geestelijke Verzorging van de Luchthaven Schiphol en is hij de begeleidende rabbijn voor de Joodse Gemeente in Suriname.
Rabbijn ten Brink is voorzitter en coördinator van het College van Rabbijnen en het “Beth Din” (rabbinale rechtbank) van de rabbijnen van het Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom.
Carel ter Linden (1933) is predikant. Bij het grote publiek is hij vooral bekend als hofpredikant van de Koninklijke Familie. Carel is de oudere broer van Nico ter Linden en studeerde rechten in Utrecht. Daarna ging hij theologie studeren. Tijdens zijn studie pleitte hij al voor de oecumenische gedachte.
Ter Linden was legerpredikant in Ossendrecht en voorganger in de gemeenten Hoogvliet en Oegstgeest. Van 1983 tot 1999 was hij voorganger van de Kloosterkerk in Den Haag. In deze tijd leerde hij de Nederlandse koninklijke familie kennen, die regelmatig op zondag in de Kloosterkerk ter kerke gaat. Tijdens zijn afscheid van de Kloosterkerk in 1999 werd Carel ter Linden benoemd tot Ridder in de orde van Oranje Nassau.
Carel ter Linden werd nationaal bekend tijdens de inzegening van het huwelijk tussen prins Constantijn en Laurentien Brinkhorst in mei 2001. Een jaar later, op 2 februari 2002, was hij de voorganger die het huwelijk van prins Willem-Alexander en prinses Máxima kerkelijk inzegende en in 2004 volgde het huwelijk van prins Friso met prinses Mabel. Eerder al gaf hij catechisatie aan de prinsen Willem-Alexander, Johan Friso en Constantijn. Ook was Carel ter Linden voorganger tijdens de uitvaartdiensten van Prins Claus (2002) en Prins Bernhard (2004) in Delft. Tevens doopte hij Catharina-Amalia, dochter van Prins Willem-Alexander en prinses Máxima en ook Eloïse, Claus-Casimir en Leonore, de kinderen van Prins Constantijn en Prinses Laurentien, in een dienst van de Protestantse Kerk in Nederland.
Carel ter Linden heeft een vrijzinnige opvatting over het geloof. Zo heeft hij twijfels geuit over het leven na de dood en noemde hij het opstandingsverhaal van Jezus een legende (alhoewel hij deze laatste opmerking later nuanceerde). Volgens Ter Linden is Jezus' opstanding geen lichamelijke gebeurtenis, maar moet deze "op een geestelijke wijze" worden begrepen.
Mr. Menno ten Brink (1958) is sinds 2003 rabbijn van de Liberaal Joodse Gemeente in Amsterdam. Ook is hij sinds mei 2009 rabbijn van de Liberaal Joodse Gemeente Twente.
Ten Brink studeerde in 1985 af als Meester in de Rechten, aan de Universiteit van Amsterdam. Eenmaal als jurist werkzaam, merkte rabbijn ten Brink, dat er weinig tijd meer over was voor het uitoefenen van zijn grootste hobby’s, zijn vele werk in de joodse gemeente, waaronder chazzanoet, jeugdwerk en het doceren.
De heer ten Brink werd vanuit die positie gevraagd om parttime chazzan te worden bij de Liberaal Joodse gemeente in Zürich. In een gesprek daarover ontmoette hij ook de toenmalige rector van het Leo Baeck College in Londen, Rabbijn prof. Dr. Jonathan Magonet. Uit dat gesprek, en vele gesprekken met zijn vrouw Riëtte, zijn ouders, vrienden en de rabbijnen in Nederland hakte hij de knoop door en ging –na een intensieve week van interviews in Londen- studeren. Hij startte in 1988 met zijn studie voor het rabbinaat.
Voor de heer Ten Brink was het doel van dit alles: rabbijn te worden en daarmee onder meer de naoorlogse Joodse gemeenschap op te bouwen en te versterken, Joden terug te brengen naar hun wortels en met de toekomstige generatie te werken.
Al tijdens zijn studie werd de heer Ten Brink aangesteld als eerste Liberaal Joodse Krijgsmachtrabbijn bij het Ministerie van Defensie, hij vervulde deze functie 12 ½ jaar. Dat viel goed samen met het onderwerp van zijn thesis: Devarim 20:1-9, The development of the text in the Books of the Maccabees, the Qumran War Scroll and the Rabbinic Literature, met onder meer een tekst over de “Mesjoe’ach Milchama”: de priester speciaal gezalfd om de militairen moed in te spreken. In 1993 ontving de heer Ten Brink zijn S’micha (rabbijnenwijding) aan het Leo Baeck College en een Master in Jewish Education.
Na een parttime aanstelling als rabbijn van Rotterdam en Amsterdam in 1993, naast het Krijgsmachtrabbinaat, werd rabbijn ten Brink de senior-rabbijn van de grootste gemeente in Nederland: Amsterdam, eind 2003.
Rabbijn ten Brink is naast zijn werk voor de Joodse gemeenschap ook actief in interreligieuze dialogen. In Amsterdam was hij medeoprichter van het Joods-Marrokaans Netwerk Amsterdam en richtte hij de Commissie Dialoog op van de LJG Amsterdam. Daarnaast is hij adviseur vanuit de joodse gemeenschap in de Adviesgroep “Kerk en Samenleving” voor de Katholieke Raad van Israel. De heer Ten Brink is verder lid van de Raad van Toezicht van de Anne Frank Stichting en bestuurslid van het Bijbels Museum in Amsterdam. Voorts vervult rabbijn ten Brink de rol van studentenbegeleider in de rabbijnenopleiding van het Levisson Instituut, is hij verbonden aan de Geestelijke Verzorging van de Luchthaven Schiphol en is hij de begeleidende rabbijn voor de Joodse Gemeente in Suriname.
Rabbijn ten Brink is voorzitter en coördinator van het College van Rabbijnen en het “Beth Din” (rabbinale rechtbank) van de rabbijnen van het Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom.
Carel ter Linden (1933) is predikant. Bij het grote publiek is hij vooral bekend als hofpredikant van de Koninklijke Familie. Carel is de oudere broer van Nico ter Linden en studeerde rechten in Utrecht. Daarna ging hij theologie studeren. Tijdens zijn studie pleitte hij al voor de oecumenische gedachte.
Ter Linden was legerpredikant in Ossendrecht en voorganger in de gemeenten Hoogvliet en Oegstgeest. Van 1983 tot 1999 was hij voorganger van de Kloosterkerk in Den Haag. In deze tijd leerde hij de Nederlandse koninklijke familie kennen, die regelmatig op zondag in de Kloosterkerk ter kerke gaat. Tijdens zijn afscheid van de Kloosterkerk in 1999 werd Carel ter Linden benoemd tot Ridder in de orde van Oranje Nassau.
Carel ter Linden werd nationaal bekend tijdens de inzegening van het huwelijk tussen prins Constantijn en Laurentien Brinkhorst in mei 2001. Een jaar later, op 2 februari 2002, was hij de voorganger die het huwelijk van prins Willem-Alexander en prinses Máxima kerkelijk inzegende en in 2004 volgde het huwelijk van prins Friso met prinses Mabel. Eerder al gaf hij catechisatie aan de prinsen Willem-Alexander, Johan Friso en Constantijn. Ook was Carel ter Linden voorganger tijdens de uitvaartdiensten van Prins Claus (2002) en Prins Bernhard (2004) in Delft. Tevens doopte hij Catharina-Amalia, dochter van Prins Willem-Alexander en prinses Máxima en ook Eloïse, Claus-Casimir en Leonore, de kinderen van Prins Constantijn en Prinses Laurentien, in een dienst van de Protestantse Kerk in Nederland.
Carel ter Linden heeft een vrijzinnige opvatting over het geloof. Zo heeft hij twijfels geuit over het leven na de dood en noemde hij het opstandingsverhaal van Jezus een legende (alhoewel hij deze laatste opmerking later nuanceerde). Volgens Ter Linden is Jezus' opstanding geen lichamelijke gebeurtenis, maar moet deze "op een geestelijke wijze" worden begrepen.