Hans en Grietje
Sprookjes & Liedjes
Bewerking van de bekende sprookjes in hoorspelvorm, afgewisseld met medleys van traditionele kinderliedjes. 'Hans en Grietje' en vier andere sprookjes. Leeftijd: 4+
Auteurs
Gebroeders Grimm, Wilhelm Hauff, Charles Perrault
Sprekers
Aart Staartjes, Kitty Janssen, Hans Tiemeyer, Hannie Lips, Frits Thors, Marga van Arnhem, Ko van Dijk, Simone Rooskens, Peter Aryans, Martine Crefcoeur, Pieter Lutz, Sacco van der Made, Enny Meunier, Elly van Stekelenburg, Camille de Vries
Speelduur
0 uur 48 min 59 sec
€ 4,95
Beschrijving
Op dit luisterboek staan bewerkingen van vijf bekende sprookjes. Bekende namen hebben hun stem geleend aan de hoorspelen, waaronder Aart Staartjes, Marga van Arnhem, Ko van Dijk en Pieter Lutz.
Daarnaast zijn er vijf vrolijke kinderliedjes en medleys, gezongen door het grote kinderkoor 'De Zonnepitten' o.l.v. Gonnie Goossens en begeleid door het ensemble Gerry Roberto en 'De Madeliefjes' o.l.v. Lia Ligthart.
Inhoud
1. Hans en Grietje
2. 2 emmertjes water halen (medley)
3. De Bremer stadsmuzikanten
4. Toen ik laatst naar Den Bosch toe ging (medley)
5. Kalief ooievaar
6. Schuitje varen (medley)
7. Doornroosje
8. Oze wieze woze (medley)
9. Reintje de vos
10. Drie schuimtamboers (medley)
Details
Imprint
Disky Communications Europe B.V.Uitgever
Disky Communications Europe B.V.
Publicatiedatum
29 november 2013
ISBN
9789077102503
Taal
Nederlands
Speelduur
0 uur 48 min 59 sec
Bestandsgrootte
56 MB
Formaat
mp3 download en geschikt voor de Luisterrijk app
Categorieën
Over de auteur
Jakob Grimm (1785-1863) en Wilhelm Grimm (1786-1859) zijn de samenstellers van de beroemdste sprookjesverzameling ter wereld. De twee delen met Kinder- und Hausmärchen verschenen in respectievelijk 1812 en 1815. De broers, geboren in Hanau, studeerden beiden rechten maar profileerden zich vooral op taal- en letterkundig terrein. Ze publiceerden wetenschappelijke edities van bijvoorbeeld het Hildebrandslied en begonnen in 1852 met het Deutsches Wörterbuch, dat pas in 1960 postuum voltooid werd.
Onder invloed van de denkbeelden van de Romantiek gingen de broers op zoek naar de wortels van het Duits, naar de natuurlijke, onbedorven vormen van taal en literatuur. Bij oude mensen, familie, kennissen, vrienden en in herbergen verzamelden ze volksverhalen, sprookjes, sagen en legenden. Een belangrijke bron voor de sprookjes is Frau Viehmann geweest, een boerin uit Niederzwehrn, een dorp bij Kassel. De kern van de verhalen lieten de broers intact, maar ze noteerden ze in hun eigen stijl. Hoewel bedoeld als wetenschappelijke verzameling, hadden de sprookjes vanaf het begin veel succes bij kinderen. Vanwege de kritiek op het wrede en seksuele karakter van sommige sprookjes paste Wilhelm de tweede druk qua verteltrant sterk aan.
(Bron: Uitgeverij Lemniscaat)
Wilhelm Hauff (1802-1827) was een Duits schrijver uit de romantiek, vooral bekend om zijn sprookjes.
Hauff studeerde theologie in Tübingen en werd vervolgens huisonderwijzer bij Ernst Eugen Freiherr von Hügel, hoofd van het Württembergse ministerie van oorlog, voor wiens kinderen hij zijn eerste sprookjes schreef. Vanaf 1826 publiceerde hij deze, samen met onder andere de Gebroeders Grimm, in toentertijd bekende Sprookjesalmanakken. Zijn sprookjes vormen een duidelijke exponent van de tijdsgeest der romantiek en ademen regelmatig de sfeer van 1001-nacht. Beroemd zijn: Kalief Ooievaar, Het spookschip, De geschiedenis van de kleine Moek, De herberg in de Spessart en De grot van Steenfoll. Met name in Duitstalige landen werden ze snel populair. Hauff schreef verder ook diverse romantische verhalen en novellen, waarvan De man in de maan (een satire, 1825), Fantasieën in de Bremer raadskelder (1827), De bedelares van de Pont des Arts (1826) en Jood Süss (1827) de bekendste zijn. Verder schreef hij onder invloed van Walter Scott nog de historische roman Lichtenstein, alsook enige gedichten en liederen. Hauff trouwde in 1827 met zijn nicht Louise, werd in datzelfde jaar nog vader, maar een week na de geboorte van zijn kind stierf hij aan buiktyfus, waarschijnlijk opgelopen tijdens een reis door Tirol, nog geen 25 jaar oud.
Charles Perrault (1628-1703) was een Frans schrijver, bekend vanwege zijn sprookjes. Perrault werd geboren in Parijs uit een rijke familie, hij studeerde rechten, en begon een carrière als ambtenaar. Hij was lid van de Académie française, en een belangrijk intellectueel.
In 1697 publiceerde hij zijn bekendste werk, Histoires ou contes du temps passé, avec des moralités: Contes de ma mère l'Oye. Het is een verzameling volksverhalen en sprookjes. Het werd een internationaal beroemd boek onder zijn ondertitel, en de verhalen zijn bekend als Sprookjes van Moeder de Gans. Meteen was een nieuw literair genre geboren: het sprookje.
Bekende sprookjes uit de verzameling van Perrault zijn Assepoester, Blauwbaard, De Schone Slaapster in het bos, De gelaarsde kat, Kleinduimpje en Roodkapje. Dit laatste sprookje kreeg na de bewerking van de gebroeders Grimm een happy end mee.
Jakob Grimm (1785-1863) en Wilhelm Grimm (1786-1859) zijn de samenstellers van de beroemdste sprookjesverzameling ter wereld. De twee delen met Kinder- und Hausmärchen verschenen in respectievelijk 1812 en 1815. De broers, geboren in Hanau, studeerden beiden rechten maar profileerden zich vooral op taal- en letterkundig terrein. Ze publiceerden wetenschappelijke edities van bijvoorbeeld het Hildebrandslied en begonnen in 1852 met het Deutsches Wörterbuch, dat pas in 1960 postuum voltooid werd.
Onder invloed van de denkbeelden van de Romantiek gingen de broers op zoek naar de wortels van het Duits, naar de natuurlijke, onbedorven vormen van taal en literatuur. Bij oude mensen, familie, kennissen, vrienden en in herbergen verzamelden ze volksverhalen, sprookjes, sagen en legenden. Een belangrijke bron voor de sprookjes is Frau Viehmann geweest, een boerin uit Niederzwehrn, een dorp bij Kassel. De kern van de verhalen lieten de broers intact, maar ze noteerden ze in hun eigen stijl. Hoewel bedoeld als wetenschappelijke verzameling, hadden de sprookjes vanaf het begin veel succes bij kinderen. Vanwege de kritiek op het wrede en seksuele karakter van sommige sprookjes paste Wilhelm de tweede druk qua verteltrant sterk aan.
(Bron: Uitgeverij Lemniscaat)
Wilhelm Hauff (1802-1827) was een Duits schrijver uit de romantiek, vooral bekend om zijn sprookjes.
Hauff studeerde theologie in Tübingen en werd vervolgens huisonderwijzer bij Ernst Eugen Freiherr von Hügel, hoofd van het Württembergse ministerie van oorlog, voor wiens kinderen hij zijn eerste sprookjes schreef. Vanaf 1826 publiceerde hij deze, samen met onder andere de Gebroeders Grimm, in toentertijd bekende Sprookjesalmanakken. Zijn sprookjes vormen een duidelijke exponent van de tijdsgeest der romantiek en ademen regelmatig de sfeer van 1001-nacht. Beroemd zijn: Kalief Ooievaar, Het spookschip, De geschiedenis van de kleine Moek, De herberg in de Spessart en De grot van Steenfoll. Met name in Duitstalige landen werden ze snel populair. Hauff schreef verder ook diverse romantische verhalen en novellen, waarvan De man in de maan (een satire, 1825), Fantasieën in de Bremer raadskelder (1827), De bedelares van de Pont des Arts (1826) en Jood Süss (1827) de bekendste zijn. Verder schreef hij onder invloed van Walter Scott nog de historische roman Lichtenstein, alsook enige gedichten en liederen. Hauff trouwde in 1827 met zijn nicht Louise, werd in datzelfde jaar nog vader, maar een week na de geboorte van zijn kind stierf hij aan buiktyfus, waarschijnlijk opgelopen tijdens een reis door Tirol, nog geen 25 jaar oud.
Charles Perrault (1628-1703) was een Frans schrijver, bekend vanwege zijn sprookjes. Perrault werd geboren in Parijs uit een rijke familie, hij studeerde rechten, en begon een carrière als ambtenaar. Hij was lid van de Académie française, en een belangrijk intellectueel.
In 1697 publiceerde hij zijn bekendste werk, Histoires ou contes du temps passé, avec des moralités: Contes de ma mère l'Oye. Het is een verzameling volksverhalen en sprookjes. Het werd een internationaal beroemd boek onder zijn ondertitel, en de verhalen zijn bekend als Sprookjes van Moeder de Gans. Meteen was een nieuw literair genre geboren: het sprookje.
Bekende sprookjes uit de verzameling van Perrault zijn Assepoester, Blauwbaard, De Schone Slaapster in het bos, De gelaarsde kat, Kleinduimpje en Roodkapje. Dit laatste sprookje kreeg na de bewerking van de gebroeders Grimm een happy end mee.