De wolf en de zeven geitjes
Sprookjes & Liedjes
Bewerking van de bekende sprookjes in hoorspelvorm, afgewisseld met medleys van traditionele kinderliedjes. 'De wolf en de zeven geitjes' en vier andere sprookjes. Leeftijd: 4+
Auteurs
Gebroeders Grimm, Jean de la Fontaine, Charles Perrault
Sprekers
Aart Staartjes, Kitty Janssen, Hans Tiemeyer, Hannie Lips, Frits Thors, Marga van Arnhem, Ko van Dijk, Simone Rooskens, Peter Aryans, Martine Crefcoeur, Pieter Lutz, Sacco van der Made, Enny Meunier, Elly van Stekelenburg, Camille de Vries
Speelduur
0 uur 49 min 32 sec
€ 7,95
Beschrijving
Op dit luisterboek staan bewerkingen van vijf bekende sprookjes. Bekende namen hebben hun stem geleend aan de hoorspelen, waaronder Aart Staartjes, Marga van Arnhem, Ko van Dijk en Pieter Lutz.
Daarnaast zijn er vijf vrolijke kinderliedjes en medleys, gezongen door het grote kinderkoor 'De Zonnepitten' o.l.v. Gonnie Goossens en begeleid door het ensemble Gerry Roberto en 'De Madeliefjes' o.l.v. Lia Ligthart.
Inhoud
1. De wolf en de zeven dwergjes
2. Altijd is Kortjakje ziek (medley)
3. Reintje de vos
4. Waar is Jan met de bokkewagen (medley)
5. Vrouw Holle
6. Ik zei d'r van Jaap
7. De raaf en de vos
8. Jan Pierewiet
9. Ezelsvel
10. In Den Haag (medley)
Details
Imprint
Disky Communications Europe B.V.Uitgever
Disky Communications Europe B.V.
Publicatiedatum
29 november 2013
ISBN
9789077102534
Taal
Nederlands
Speelduur
0 uur 49 min 32 sec
Bestandsgrootte
58 MB
Formaat
mp3 download en geschikt voor de Luisterrijk app
Categorieën
Over de auteur
Jakob Grimm (1785-1863) en Wilhelm Grimm (1786-1859) zijn de samenstellers van de beroemdste sprookjesverzameling ter wereld. De twee delen met Kinder- und Hausmärchen verschenen in respectievelijk 1812 en 1815. De broers, geboren in Hanau, studeerden beiden rechten maar profileerden zich vooral op taal- en letterkundig terrein. Ze publiceerden wetenschappelijke edities van bijvoorbeeld het Hildebrandslied en begonnen in 1852 met het Deutsches Wörterbuch, dat pas in 1960 postuum voltooid werd.
Onder invloed van de denkbeelden van de Romantiek gingen de broers op zoek naar de wortels van het Duits, naar de natuurlijke, onbedorven vormen van taal en literatuur. Bij oude mensen, familie, kennissen, vrienden en in herbergen verzamelden ze volksverhalen, sprookjes, sagen en legenden. Een belangrijke bron voor de sprookjes is Frau Viehmann geweest, een boerin uit Niederzwehrn, een dorp bij Kassel. De kern van de verhalen lieten de broers intact, maar ze noteerden ze in hun eigen stijl. Hoewel bedoeld als wetenschappelijke verzameling, hadden de sprookjes vanaf het begin veel succes bij kinderen. Vanwege de kritiek op het wrede en seksuele karakter van sommige sprookjes paste Wilhelm de tweede druk qua verteltrant sterk aan.
(Bron: Uitgeverij Lemniscaat)
Jean de La Fontaine (1621-1695) was een classicistische Franse schrijver en dichter, vooral bekend om zijn fabels.
La Fontaine is geboren in Château-Thierry in 1621. Hij was een tijdlang houtvester en trad op een gegeven moment in overheidsdienst. Toen hij in dienst trad van de hertogin van Bouillon en de hertogin van Orléans, werd hij zelf in de adelstand verheven. Hij had toen al een aantal werken op zijn naam staan. Na zijn mislukte huwelijk is hij naar Parijs verhuisd. Daar kwam hij in aanraking met verschillende kunstenaars. In 1668 publiceerde hij zijn eerst bundel met fabels.
La Fontaine werd in 1683 lid van de Académie française. Hij overleed in Parijs, waar hij werd begraven op de begraafplaats van de Onschuldigen. Zijn grafsteen echter, staat op de begraafplaats Père Lachaise in Parijs.
Jean de La Fontaine werd vooral bekend door zijn fabels. Daarnaast heeft hij enkele verhandelingen geschreven, waarvan er één zeer antiklerikaal werd bevonden en een polemiek veroorzaakte. La Fontaine was een classicist. Voor zijn fabels haalde hij zijn inspiratie voornamelijk uit de klassieke oudheid, zoals Aesopus en Phaedrus, maar ook uit de Indiase literatuur: de Pañcatantra.
Een van zijn bekendste fabels is la cigale et la fourmi (de krekel en de mier), waarin een kunstzinnige krekel de hele zomer een werkende mier vermaakt met zijn gezang, waarna de mier te beroerd is om de zanger hiervoor te belonen. Hoewel La Fontaine met dit verhaal op een ironische manier de geringe waardering voor kunstenaars wilde aanklagen, werd het verhaal in later tijden meestal gebruikt als illustratie van het idee "wie niet werkt, zal ook niet eten". Een andere beroemde fabel is le corbeau et le renard (de raaf en de vos), waarin een vos met mooie praatjes en vleierij een kaas weet te stelen van een raaf. De moraal van deze fabel is "dat vleiers leven ten koste van degenen die luisteren".
Charles Perrault (1628-1703) was een Frans schrijver, bekend vanwege zijn sprookjes. Perrault werd geboren in Parijs uit een rijke familie, hij studeerde rechten, en begon een carrière als ambtenaar. Hij was lid van de Académie française, en een belangrijk intellectueel.
In 1697 publiceerde hij zijn bekendste werk, Histoires ou contes du temps passé, avec des moralités: Contes de ma mère l'Oye. Het is een verzameling volksverhalen en sprookjes. Het werd een internationaal beroemd boek onder zijn ondertitel, en de verhalen zijn bekend als Sprookjes van Moeder de Gans. Meteen was een nieuw literair genre geboren: het sprookje.
Bekende sprookjes uit de verzameling van Perrault zijn Assepoester, Blauwbaard, De Schone Slaapster in het bos, De gelaarsde kat, Kleinduimpje en Roodkapje. Dit laatste sprookje kreeg na de bewerking van de gebroeders Grimm een happy end mee.
Jakob Grimm (1785-1863) en Wilhelm Grimm (1786-1859) zijn de samenstellers van de beroemdste sprookjesverzameling ter wereld. De twee delen met Kinder- und Hausmärchen verschenen in respectievelijk 1812 en 1815. De broers, geboren in Hanau, studeerden beiden rechten maar profileerden zich vooral op taal- en letterkundig terrein. Ze publiceerden wetenschappelijke edities van bijvoorbeeld het Hildebrandslied en begonnen in 1852 met het Deutsches Wörterbuch, dat pas in 1960 postuum voltooid werd.
Onder invloed van de denkbeelden van de Romantiek gingen de broers op zoek naar de wortels van het Duits, naar de natuurlijke, onbedorven vormen van taal en literatuur. Bij oude mensen, familie, kennissen, vrienden en in herbergen verzamelden ze volksverhalen, sprookjes, sagen en legenden. Een belangrijke bron voor de sprookjes is Frau Viehmann geweest, een boerin uit Niederzwehrn, een dorp bij Kassel. De kern van de verhalen lieten de broers intact, maar ze noteerden ze in hun eigen stijl. Hoewel bedoeld als wetenschappelijke verzameling, hadden de sprookjes vanaf het begin veel succes bij kinderen. Vanwege de kritiek op het wrede en seksuele karakter van sommige sprookjes paste Wilhelm de tweede druk qua verteltrant sterk aan.
(Bron: Uitgeverij Lemniscaat)
Jean de La Fontaine (1621-1695) was een classicistische Franse schrijver en dichter, vooral bekend om zijn fabels.
La Fontaine is geboren in Château-Thierry in 1621. Hij was een tijdlang houtvester en trad op een gegeven moment in overheidsdienst. Toen hij in dienst trad van de hertogin van Bouillon en de hertogin van Orléans, werd hij zelf in de adelstand verheven. Hij had toen al een aantal werken op zijn naam staan. Na zijn mislukte huwelijk is hij naar Parijs verhuisd. Daar kwam hij in aanraking met verschillende kunstenaars. In 1668 publiceerde hij zijn eerst bundel met fabels.
La Fontaine werd in 1683 lid van de Académie française. Hij overleed in Parijs, waar hij werd begraven op de begraafplaats van de Onschuldigen. Zijn grafsteen echter, staat op de begraafplaats Père Lachaise in Parijs.
Jean de La Fontaine werd vooral bekend door zijn fabels. Daarnaast heeft hij enkele verhandelingen geschreven, waarvan er één zeer antiklerikaal werd bevonden en een polemiek veroorzaakte. La Fontaine was een classicist. Voor zijn fabels haalde hij zijn inspiratie voornamelijk uit de klassieke oudheid, zoals Aesopus en Phaedrus, maar ook uit de Indiase literatuur: de Pañcatantra.
Een van zijn bekendste fabels is la cigale et la fourmi (de krekel en de mier), waarin een kunstzinnige krekel de hele zomer een werkende mier vermaakt met zijn gezang, waarna de mier te beroerd is om de zanger hiervoor te belonen. Hoewel La Fontaine met dit verhaal op een ironische manier de geringe waardering voor kunstenaars wilde aanklagen, werd het verhaal in later tijden meestal gebruikt als illustratie van het idee "wie niet werkt, zal ook niet eten". Een andere beroemde fabel is le corbeau et le renard (de raaf en de vos), waarin een vos met mooie praatjes en vleierij een kaas weet te stelen van een raaf. De moraal van deze fabel is "dat vleiers leven ten koste van degenen die luisteren".
Charles Perrault (1628-1703) was een Frans schrijver, bekend vanwege zijn sprookjes. Perrault werd geboren in Parijs uit een rijke familie, hij studeerde rechten, en begon een carrière als ambtenaar. Hij was lid van de Académie française, en een belangrijk intellectueel.
In 1697 publiceerde hij zijn bekendste werk, Histoires ou contes du temps passé, avec des moralités: Contes de ma mère l'Oye. Het is een verzameling volksverhalen en sprookjes. Het werd een internationaal beroemd boek onder zijn ondertitel, en de verhalen zijn bekend als Sprookjes van Moeder de Gans. Meteen was een nieuw literair genre geboren: het sprookje.
Bekende sprookjes uit de verzameling van Perrault zijn Assepoester, Blauwbaard, De Schone Slaapster in het bos, De gelaarsde kat, Kleinduimpje en Roodkapje. Dit laatste sprookje kreeg na de bewerking van de gebroeders Grimm een happy end mee.