Wonderbaarlijke maand
De onontkoombare poëzie van Nasr vormt samen met de muziek een bijzondere combinatie waar de passie en gedrevenheid van afspatten.
€ 4,99
Beschrijving
Corrie van Binsbergen organiseerde de afgelopen jaren een succesvolle reeks optredens met schrijvers en dichters. Verhalen en gedichten werden voorgelezen door de auteur en tegelijkertijd ontrolde zich een muzikaal scenario, geschreven op de verhalen en uitgevoerd door een uitgelezen gezelschap muzikanten.
De onontkoombare poëzie van Nasr vormt samen met de muziek een bijzondere combinatie waar de passie en gedrevenheid van afspatten. De muziek, die uiteen loopt van eigen composities tot werk van Ellington en Penderecki, eindigt met een bijzondere opname van het gedicht Lamento van zielsverwant en collega Remco Campert, aan wie Nasr het gedicht Wonderbaarlijke maand opdroeg ter gelegenheid van diens vijfenzeventigste verjaardag.
Improvisatietrio
Tenorsaxofoon, klarinet: Tobias Delius
Contrabas: Wilbert de Joode
Percussie: Alan 'Gunga' Purves
Strijktrio
Viool: Tineke de Jong
Altviool: Baptist Kurvers
Cello, cymbalom: Michiel Weidner
'Brug'trio
(Prepared) piano: Albert van Veenendaal
Fagot, altsaxofoon: Jan Willem van der Ham
Gitaar: Corrie van Binsbergen
Musici 'Lamento'
Trombone: Joost Buis
Contrabas: Hein Offermans
Cello: Marjolein Meijer
Opgenomen op 4 mei 2995 in het Bimhuis te Amsterdam; 'Lamento' opgenomen tijdens het 'Brokkenbal' op 15 maart 2006 in het Bimhuis te Amsterdam.
Inhoud
Credo
Bse mkz dioxine varkenspest
Het complot
Gij die hier binnentreedt
Fragment uit: Geen lied
Die koppijn
Mijn wit plafond en ik
Da capo
De zuivere minnaar
Wonderbaarlijke maand
Lamento (met Remco Campert)
Details
Imprint
De Bezige BijUitgever
Bezige Bij b.v., Uitgeverij De
Publicatiedatum
17 juli 2009
ISBN
9789403101408
Taal
Nederlands
Speelduur
0 uur 38 min 22 sec
Bestandsgrootte
40 MB
Formaat
mp3 download en geschikt voor de Luisterrijk app
Categorieën
Tags
Over de auteur
Ramsey Nasr (1974) is acteur, dichter/schrijver en regisseur. In 2005 was hij de stadsdichter van Antwerpen. In januari 2009 werd hij voor een periode van vier jaar verkozen tot Dichter des Vaderlands.
In 1995 maakte hij grote indruk met de door hemzelf geschreven en gespeelde monoloog De doorspeler, waarmee hij afstudeerde aan de Studio Herman Teirlinck te Antwerpen. Deze monoloog leverde hem de Philip Morris Scholarship Award op. In 2000 debuteerde hij als dichter met de bundel 27 gedichten & Geen lied, die werd genomineerd voor zowel de C. Buddingh'-prijs als de H.C. Pernath-prijs. Tijdens de Boekenweek 2001 debuteerde hij als prozaschrijver met de novelle Kapitein Zeiksnor & De Twee Culturen. Ook won hij voor zijn tweede monoloog Geen lied de Mary Dresselhuysprijs en de Taalunie Toneelschrijfprijs en werd hij genomineerd voor de Louis d'Or, de belangrijkste toneelprijs van Nederland. Hij verzorgde de Vincent van Gogh-lezing 2000, getiteld De mythe en Orpheus: van sjamaan tot wetenschapper.
In het voorjaar van 2004 verscheen zijn veelgeprezen tweede dichtbundel, Onhandig bloesemend, die meerdere malen werd herdrukt en bekroond met de H.C. Pernathprijs. In 2006 verscheen onze-lieve-vrouwe-zeppelin, een bundeling van de gedichten die Nasr schreef voor zijn stadsdichterschap van Antwerpen, en tegelijkertijd de essaybundel Van de vijand en de muzikant.
Als auteur trad Nasr op tijdens vele festivals in binnen- en buitenland waaronder De Wintertuin, Crossing Border, De Nachten, Saint-Amour, Het Andere Boek, ZuiderZinnen, De Nacht van de Poëzie en Poetry International.
Nasr was als acteur vijf jaar vast verbonden aan Het Zuidelijk Toneel, daarnaast speelde hij een Engels-Arabische versie van De doorspeler (The Wannaplay) in Palestina en Jordanië. Ook is hij te zien in de films De man met de hond (1998), Mariken (2000), Liefje (VPRO, 2001) en Magonia (2001). In 2002 vertolkte hij de hoofdrol in de serie De Enclave. Hij schreef en regisseerde de operette Leven in Hel (compositie: Joost Kleppe). In 2002 ging zijn regie van Mozarts opera Il Re Pastore in première in de Gentse Opera. Zijn hertaling van Metastasio's libretto (Onnozele Koning) verscheen, gebundeld met het operette-libretto, in het voorjaar van 2002 bij Uitgeverij Thomas Rap, onder de titel Twee libretto's.
Gitariste/componiste Corrie van Binsbergen (1957) studeerde een jaar filosofie, tijdens de vooropleiding conservatorium. Zij voltooide haar studie klassiek gitaar aan het Utrechts Conservatorium in 1983. Ze speelt akoestisch en elektrisch gitaar en basgitaar, en is actief op een zeer breed terrein in de muziek: pop, jazz en geïmproviseerde muziek, theater- en dansproducties, sessiewerk, TV-shows en zelfs het circus. Die brede muzikale achtergrond vindt zijn weerklank in haar muziek en die is daardoor niet direkt in een bestaande categorie onder te brengen. Het is een synthese van jazz, rock, gecomponeerde en improvisatiemuziek, waarbij het spanningsveld tussen discipline en exactheid (kenmerk van hedendaags gecomponeerd en sommige popmuziek) en vrijheid en flexibiliteit (vanuit de jazz en improvisatiemuziek) opgezocht wordt.
In 1986 richtte ze haar band 'Corrie en de Brokken' op en deed hiermee veel succesvolle optredens (o.a. North Sea, diverse radio- en TV opnamen). De eerste 'editie' Brokken speelde van 1986 tot 1991 en bracht de CD Alles beweegt uit. De tweede editie speelde in 1995/1996 en bracht de CD Live! uit (Beide CD's bij BV Haast). In 1996 initieerde Corrie van Binsbergen een uniek project: Corrie en de Grote Brokken, een samenwerkingsverband tussen kopstukken uit de pop- en jazzwereld. In dat jaar richtte zij tevens de Stichting Brokken op.
CVB ontving in 1999 de VPRO/Boy Edgar prijs vanwege haar creativiteit, vakmanschap en veelzijdigheid. Deze prijs (€ 12.500,- en een plastiek van Jan Wolkers) is de belangrijkste nederlandse prijs voor jazz en geïmproviseerde muziek en wordt gezien als een oeuvreprijs.
Remco Campert (1929) is dichter, romancier en columnist. Voor zijn poëzie ontving hij onder meer de Reina Prinsen Geerligsprijs, de Poëzieprijs van de gemeente Amsterdam, de Jan Campertprijs, de P.C. Hooft-prijs en De Gouden Ganzenveer. In 2015 werd hij bekroond met de Prijs der Nederlandse Letteren.
De vader van Remco Campert was de dichter Jan Campert, die Het Lied der Achttien Dooden schreef, zijn moeder de actrice Joeki Broedelet. Voorjaar 1950 richt Remco Campert met Rudy Kousbroek het tijdschrift Braak op. In juli van hetzelfde jaar wordt de redactie uitgebreid met Lucebert en Bert Schierbeek. Na het verschijnen van de bloemlezing Atonaal in 1951, onder redactie van Simon Vinkenoog, worden de daarin opgenomen dichters onder wie Gerrit Kouwenaar, Jan G. Elburg en Hugo Claus, aangeduid als de Vijftigers. Remco Camperts verhalen en romans worden gewaardeerd door een groot publiek en boeken als Het leven is vurrukkulluk (1961) en Tjeempie! of Liesje in luiletterland (1968) staan nog steeds op de leeslijsten. In 1976 ontvangt hij de P.C. Hooftprijs voor zijn poëzie: ‘Het hele poëtische oeuvre van Remco Campert overziend, is de jury onder de indruk gekomen van de persoonlijke kroniek van de jaren 1950-1970 die erin is neergeschreven. De hachelijke en belachelijke feiten van deze levensperiode zijn door de dichter onvergetelijk geboekstaafd.’ Van 1989 tot 1995 leest Campert met Jan Mulder en Bart Chabot in theaters voor uit eigen werk. Van 1996 tot 2006 schrijft Campert samen met Mulder een gezamenlijke column op de voorpagina van de Volkskrant, CaMu. Sinds 2012 heeft hij in deze krant een eigen wekelijkse column en daarnaast zijn ‘Somberman’, over het gelijknamige personage dat hij voor het eerst opvoerde in Somberman’s actie, het Boekenweekgeschenk van 1985. In 2004 verscheen Een liefde in Parijs, zijn eerste roman in meer dan tien jaar, die zeer lovend werd besproken en uitgroeide tot een grote bestseller. Het Parool schreef: ‘Hier is de meester aan het werk.’ In 2006 volgde Het satijnen hart, een weemoedig portret van een schilder die tot op hoge leeftijd niet kan kiezen tussen liefde en kunst. Recent verschenen onder meer de roman Hôtel du Nord (2013), de dichtbundels Licht van mijn leven (2014, met litho’s van Ysbrant) en Verloop van jaren: 40 poëtische notities (2015) en De ziel krijgt voeten (2013), het fotoboek dat hij maakte met zijn dochter Cleo Campert. Zijn verzamelde columns voor de Volkskrant zijn te lezen in Het verband tussen de dingen ben ik zelf (2012), Te vroeg in het seizoen (2014) en Vandaag ben ik een lege kartonnen doos (2015). Remco Campert houdt nooit op met schrijven, sinds begin 2016 heeft hij ook een column in Elsevier. In de loop van dit jaar zullen de Somberman-verhalen verschijnen onder de titel Somberman op drift en eveneens een nieuwe bundeling van zijn columns.
Ramsey Nasr (1974) is acteur, dichter/schrijver en regisseur. In 2005 was hij de stadsdichter van Antwerpen. In januari 2009 werd hij voor een periode van vier jaar verkozen tot Dichter des Vaderlands.
In 1995 maakte hij grote indruk met de door hemzelf geschreven en gespeelde monoloog De doorspeler, waarmee hij afstudeerde aan de Studio Herman Teirlinck te Antwerpen. Deze monoloog leverde hem de Philip Morris Scholarship Award op. In 2000 debuteerde hij als dichter met de bundel 27 gedichten & Geen lied, die werd genomineerd voor zowel de C. Buddingh'-prijs als de H.C. Pernath-prijs. Tijdens de Boekenweek 2001 debuteerde hij als prozaschrijver met de novelle Kapitein Zeiksnor & De Twee Culturen. Ook won hij voor zijn tweede monoloog Geen lied de Mary Dresselhuysprijs en de Taalunie Toneelschrijfprijs en werd hij genomineerd voor de Louis d'Or, de belangrijkste toneelprijs van Nederland. Hij verzorgde de Vincent van Gogh-lezing 2000, getiteld De mythe en Orpheus: van sjamaan tot wetenschapper.
In het voorjaar van 2004 verscheen zijn veelgeprezen tweede dichtbundel, Onhandig bloesemend, die meerdere malen werd herdrukt en bekroond met de H.C. Pernathprijs. In 2006 verscheen onze-lieve-vrouwe-zeppelin, een bundeling van de gedichten die Nasr schreef voor zijn stadsdichterschap van Antwerpen, en tegelijkertijd de essaybundel Van de vijand en de muzikant.
Als auteur trad Nasr op tijdens vele festivals in binnen- en buitenland waaronder De Wintertuin, Crossing Border, De Nachten, Saint-Amour, Het Andere Boek, ZuiderZinnen, De Nacht van de Poëzie en Poetry International.
Nasr was als acteur vijf jaar vast verbonden aan Het Zuidelijk Toneel, daarnaast speelde hij een Engels-Arabische versie van De doorspeler (The Wannaplay) in Palestina en Jordanië. Ook is hij te zien in de films De man met de hond (1998), Mariken (2000), Liefje (VPRO, 2001) en Magonia (2001). In 2002 vertolkte hij de hoofdrol in de serie De Enclave. Hij schreef en regisseerde de operette Leven in Hel (compositie: Joost Kleppe). In 2002 ging zijn regie van Mozarts opera Il Re Pastore in première in de Gentse Opera. Zijn hertaling van Metastasio's libretto (Onnozele Koning) verscheen, gebundeld met het operette-libretto, in het voorjaar van 2002 bij Uitgeverij Thomas Rap, onder de titel Twee libretto's.
Gitariste/componiste Corrie van Binsbergen (1957) studeerde een jaar filosofie, tijdens de vooropleiding conservatorium. Zij voltooide haar studie klassiek gitaar aan het Utrechts Conservatorium in 1983. Ze speelt akoestisch en elektrisch gitaar en basgitaar, en is actief op een zeer breed terrein in de muziek: pop, jazz en geïmproviseerde muziek, theater- en dansproducties, sessiewerk, TV-shows en zelfs het circus. Die brede muzikale achtergrond vindt zijn weerklank in haar muziek en die is daardoor niet direkt in een bestaande categorie onder te brengen. Het is een synthese van jazz, rock, gecomponeerde en improvisatiemuziek, waarbij het spanningsveld tussen discipline en exactheid (kenmerk van hedendaags gecomponeerd en sommige popmuziek) en vrijheid en flexibiliteit (vanuit de jazz en improvisatiemuziek) opgezocht wordt.
In 1986 richtte ze haar band 'Corrie en de Brokken' op en deed hiermee veel succesvolle optredens (o.a. North Sea, diverse radio- en TV opnamen). De eerste 'editie' Brokken speelde van 1986 tot 1991 en bracht de CD Alles beweegt uit. De tweede editie speelde in 1995/1996 en bracht de CD Live! uit (Beide CD's bij BV Haast). In 1996 initieerde Corrie van Binsbergen een uniek project: Corrie en de Grote Brokken, een samenwerkingsverband tussen kopstukken uit de pop- en jazzwereld. In dat jaar richtte zij tevens de Stichting Brokken op.
CVB ontving in 1999 de VPRO/Boy Edgar prijs vanwege haar creativiteit, vakmanschap en veelzijdigheid. Deze prijs (€ 12.500,- en een plastiek van Jan Wolkers) is de belangrijkste nederlandse prijs voor jazz en geïmproviseerde muziek en wordt gezien als een oeuvreprijs.
Remco Campert (1929) is dichter, romancier en columnist. Voor zijn poëzie ontving hij onder meer de Reina Prinsen Geerligsprijs, de Poëzieprijs van de gemeente Amsterdam, de Jan Campertprijs, de P.C. Hooft-prijs en De Gouden Ganzenveer. In 2015 werd hij bekroond met de Prijs der Nederlandse Letteren.
De vader van Remco Campert was de dichter Jan Campert, die Het Lied der Achttien Dooden schreef, zijn moeder de actrice Joeki Broedelet. Voorjaar 1950 richt Remco Campert met Rudy Kousbroek het tijdschrift Braak op. In juli van hetzelfde jaar wordt de redactie uitgebreid met Lucebert en Bert Schierbeek. Na het verschijnen van de bloemlezing Atonaal in 1951, onder redactie van Simon Vinkenoog, worden de daarin opgenomen dichters onder wie Gerrit Kouwenaar, Jan G. Elburg en Hugo Claus, aangeduid als de Vijftigers. Remco Camperts verhalen en romans worden gewaardeerd door een groot publiek en boeken als Het leven is vurrukkulluk (1961) en Tjeempie! of Liesje in luiletterland (1968) staan nog steeds op de leeslijsten. In 1976 ontvangt hij de P.C. Hooftprijs voor zijn poëzie: ‘Het hele poëtische oeuvre van Remco Campert overziend, is de jury onder de indruk gekomen van de persoonlijke kroniek van de jaren 1950-1970 die erin is neergeschreven. De hachelijke en belachelijke feiten van deze levensperiode zijn door de dichter onvergetelijk geboekstaafd.’ Van 1989 tot 1995 leest Campert met Jan Mulder en Bart Chabot in theaters voor uit eigen werk. Van 1996 tot 2006 schrijft Campert samen met Mulder een gezamenlijke column op de voorpagina van de Volkskrant, CaMu. Sinds 2012 heeft hij in deze krant een eigen wekelijkse column en daarnaast zijn ‘Somberman’, over het gelijknamige personage dat hij voor het eerst opvoerde in Somberman’s actie, het Boekenweekgeschenk van 1985. In 2004 verscheen Een liefde in Parijs, zijn eerste roman in meer dan tien jaar, die zeer lovend werd besproken en uitgroeide tot een grote bestseller. Het Parool schreef: ‘Hier is de meester aan het werk.’ In 2006 volgde Het satijnen hart, een weemoedig portret van een schilder die tot op hoge leeftijd niet kan kiezen tussen liefde en kunst. Recent verschenen onder meer de roman Hôtel du Nord (2013), de dichtbundels Licht van mijn leven (2014, met litho’s van Ysbrant) en Verloop van jaren: 40 poëtische notities (2015) en De ziel krijgt voeten (2013), het fotoboek dat hij maakte met zijn dochter Cleo Campert. Zijn verzamelde columns voor de Volkskrant zijn te lezen in Het verband tussen de dingen ben ik zelf (2012), Te vroeg in het seizoen (2014) en Vandaag ben ik een lege kartonnen doos (2015). Remco Campert houdt nooit op met schrijven, sinds begin 2016 heeft hij ook een column in Elsevier. In de loop van dit jaar zullen de Somberman-verhalen verschijnen onder de titel Somberman op drift en eveneens een nieuwe bundeling van zijn columns.